25 januari 2006
Lekker griezelen op de bank
Televisiekoks weten dat ze live in de uitzending zijn, maar hebben er blijkbaar geen probleem mee hun vinger in een gerecht te steken en daarna in hun mond. Minder beroemde beroepsgenoten doen het ook geregeld, al gebeurt dat gelukkig achter de schermen. Het is maar goed dat je niet precies weet wat er zich achter de keukendeuren van restaurants afspeelt. Je zou ongetwijfeld minder genieten van je nasi, goulash of peppersteak.
Een enkele keer vang je een glimp op van de vette vloeren, aangekoekte pannen en morsige types die in de keuken onduidelijke handelingen verrichten. En soms zie je iets weerzinwekkends vlak voor je neus. Zo betrapte ik een bediende die dacht dat ik niet keek terwijl hij vlug op een servet spuugde om er een metalen zoutvaatje mee op te poetsen. Opeens had ik geen trek meer. Maar wie weet wat het personeel in het restaurant dat ik daarna bezocht had gedaan met de mooi opgemaakte groenteschotel? Waren de slablaadjes gerecycled van het bord van een eerdere gast en had de keukenhulp na het toiletbezoek vergeten zijn handen te wassen? Best mogelijk. Maar ik hoef het niet te zien en niet te weten.
Daarom is het des te vreemder dat ik juist graag naar tv programmas kijk zoals de Smaakpolitie, die controleert hoe het met de hygiëne in de horeca is gesteld. Veilig thuis op de bank kan ik heerlijk zitten griezelen bij het zien van pannen met bruinig gestold vet, rattenkeutels achter op de planken, glibberige aanrechtdoekjes en meel waar de maden uitkruipen. Wat een viezeriken, denk ik bij mezelf, hoe durven ze hun klanten zo klaargemaakt eten voor te zetten. Kijk die koelkast eens met in de groentebakken snotterige sla, verschrompelde peentjes en rottende paprika´s.
De controleur met zijn witte jas en plastic handschoenen tovert uit een zompig zakje een regelrechte schimmelkaas te voorschijn die ooit als Edammer de kaasfabriek verliet. Ondertussen zie je de eigenaar zich met een steeds roder hoofd in allerlei bochten wringen terwijl hij verontschuldigingen mompelt.Daar kan geen spannende thriller of detective tegenop. Al zijn de programma´s over sterk vervuilde en vereenzaamde mensen ook niet te versmaden. Zo herinner ik me een uitzending op de BBC over een oud, mager en nogal ziekelijk mannetje ergens in Londen, die in zijn dooie eentje tussen bergen afval woonde. Als het werkelijk de spuigaten uitliep en de buren gek werden van stank, ongedierte en andere overlast, kwamen de instanties weer eens in actie. Dat levert mooie beelden op: in overall gestoken mannen banen zich een weg door de puinhopen en gunnen ons een kijkje in de tuin met manshoge bergen oud roest, kapot meubilair, etensresten en andere troep. In de deuropening het mannetje zelf die woest gebaart met zijn wandelstok en verwensingen schreeuwt naar de indringers.
Maar het allersmerigste zijn de programma´s, eveneens uit Engeland afkomstig, die het dagelijkse werk van onder andere rioolontstoppers laten zien. Dat is zo suggestief gefilmd dat het lijkt of je er zelf bij bent en de stank kunt ruiken. Eerst laten ze zien wat het probleem is. Een afvoerput die niet meer doorloopt, overstromingen in de keuken, een wc die tot het randje volstaat en meer van dat soort sappige taferelen. De families zijn ten einde raad en wachten tot eindelijk, eindelijk die grote auto met stoere kerels de straat komt inrijden. Maar denk niet dat het zo eenvoudig is. Daar moeten zuigers, pompen, doorsteekijzers en veel inventiviteit aan te pas komen. Wie weet hoeveel decennia de bewoners hun frituurvet vrolijk door de gootsteen spoelden, en menstruerende dochters hun maandverbanden en tampons door het toilet?
Alles krijg ik te zien en ik griezel dat het een lieve lust is en slaak zelfs een gil bij het plotseling tevoorschijn springen van de dikste rat van het westelijk halfrond. Mijn partner kijkt geïnteresseerd mee. Ook hij weet deze programma´s op waarde te schatten, maar als ik voorstel nu ook nog even die open hartoperatie te gaan bekijken op de andere zender haakt hij af. Daar kan hij niet tegen. Vingers in eten steken is tot daar aan toe, maar vingers in open wonden... dat gaat hem te ver.
|