29 juni 2005
Anti-autoritaire kresj
Onze oudste dochter Lajla brachten we op driejarige leeftijd een aantal ochtenden per week naar een peuterspeelgroep in het centrum van Amsterdam. Daar leerde ze met andere kinderen spelen, fröbelen en zingen. Het leek ons als voorbereiding op de kleuterschool een goede zaak. Barbara, die acht jaar met Lajla scheelt, ging, zodra ze twee was, niet naar een speelzaal maar naar de anti-autoritaire kresj (zo schreven we dat toen) die ongeveer een jaar eerder in Den Haag was geopend. Het verschil in werkwijze en omgang met de kinderen was enorm en van het incasseringsvermogen van kinderen en (sommige) ouders werd veel gevergd.
We hadden ons eerst verdiept in de literatuur van de Deutsche A.A.-Kinderladen en ideologisch leek zon anti-autoritaire aanpak ons heel geschikt. Het resultaat van een dergelijke opvoeding zou geweldig zijn: geen slaafse, saaie kinderen, maar origineel, creatief, vindingrijk, zelfstandig denkend en last but not least politiek bewust en strijdbaar. Dat je voor een dergelijk doel offers moest brengen was voor mij geen beletsel. Met enthousiasme gaf ik me op voor het meedraaischema en ik noteerde ook de datum van de eerstvolgende kresjvergaderingen in mijn agenda. Toch schrok ik behoorlijk bij het betreden van het pand waar het kinderparadijs gevestigd was. Het was er ronduit een grote puinzooi en het rook er vies. Overal planken, oude lappen om tenten mee te bouwen, speelgoed, meubilair en dergelijke door elkaar op de grond. Het deed me denken aan beelden op tv na natuurrampen zoals aardbevingen en tornados. Toch liet ik me niet kennen en dapper volgde ik een andere ouder die me vertelde dat iedereen vanwege het mooie weer buiten zat.
Tja, wat nu. Ongemakkelijk zette ik mezelf op een gammele stoel en Barbara klampte zich aan me vast en keek angstig in het rond. Een stel vuile, naakte en halfnaakte kinderen met lange ongekamde haren kropen in een soort zandbak rond, sjouwden met bakstenen en emmers water en hadden het blijkbaar reuze naar hun zin. Eén dik meisje zat daar een eind vandaan boven op een kapotte slaapzak met haar duim in haar mond en een tutlap in haar handen en kwam niet in beweging. Opvallend was dat niemand van de volwassenen daar enige aandacht aan besteedde. Haar niet probeerde ergens bij te betrekken. Tot slot ontdekte ik een paar kinderen boven in een boom. Die waren daar zelf in geklommen, plukten bladeren en lieten die onder luid gegil naar beneden dwarrelen. Ook dat hoorde blijkbaar tot de normale gang van zaken, al voelde ik als beginneling in het A.A.-gebeuren angstscheuten door mijn lichaam gaan. Straks valt er eentje naar beneden… Toen ik er wat van zei, werd me verzekerd, dat de kinderen dit vaker deden en dat men er van uitging dat wie naar boven kon klimmen ook wel weer kon afdalen. Daar dacht ik, denkend aan katten en de brandweer met lange ladders overigens het mijne van, maar durfde dat niet te zeggen.
Barbara wende ondanks alles snel, niet in de minste plaats dankzij Manouk, een iets ouder jongetje dat de rol van beschermheer van meet af aan op zich nam. Er hoefde maar iemand bij haar in de buurt te komen met iets kwaads in de zin of hij sprong te hulp en sloeg of schopte de belagers van haar af. Barbara hield dit contact warm door hem telkens als de gelegenheid zich voordeed kleine lekkere hapjes toe te stoppen. Zo ontstonden er allerlei patronen. Een ander klein tenger meisje wist zichzelf wel prima te verdedigen door letterlijk van zich af te bijten. Die zette bij een gevecht direct haar tanden in een arm of been en had zo het alleengebruik van een oude poppenwagen met inhoud veilig gesteld. Het brood, uiteraard zuurdesem met tahin en ander gezond beleg mochten de kinderen zelf klaarmaken, en het resultaat laat zich raden. Boodschappen bij een natuurvoedingswinkel werden soms gezamenlijk gedaan, waarbij een grote bakfiets als vervoermiddel diende. Een keer was ik echt woest, want na een dag werken ging ik mijn kind ophalen en vond de deur van de kresj dicht. Alle kinderen waren door een van de vaders in die bakfiets geladen en het hele zooitje was vertrokken naar het strand. Geen briefje op de deur of ander bericht achterlatend.
|