Hanneke
van Veen

Even voorstellen...

Meer weten over sparen?

Op basis van dit weblog verscheen een boek:
Het kan alleen maar beter worden & andere opbeurende verhalen
Via deze website te bestellen, zonder verzendkosten.
KLIK HIER

Archief 2004, week 9

26 februari 2004

Ramp of grap?

Zondagavond, 22 februari, in bed nog even luisteren naar het nieuws van elf uur. Ik was al lekker slaperig, maar hoor een bericht waardoor ik overeind schiet. Mijn woonplaats Den Haag zal volgens het Pentagon in 2007, als gevolg van klimaatveranderingen, worden getroffen door heftige stormen. Versta ik het goed? Dat is toch niet mogelijk? De zetel van de Nederlandse regering en andere delen aan de westkust binnen drie jaar van de kaart verdwenen? Die nacht slaap ik onrustig, hoor al golven rondom ons huis klotsen.

De volgende dagen verwacht ik nadere berichten in de pers en op radio en tv, paniek om me heen, bezorgde familieleden die opbellen en me huisvesting aanbieden voor als het zover mag komen. Maar niets van dat al; op 25 februari alleen een artikel in De Telegraaf, met als kop 'Den Haag in zee,' opgeluisterd door een fototrucage van de skyline van Den Haag, opdoemend uit woest opspattende golven.

In het artikel worden diverse hotemetoten geciteerd. Zij nemen het rapport bijna allemaal met een flinke pot zout, en doen het o.a. af als dramatisering en onwetenschappelijk. Een aardrijkskundeleraar uit Friesland neemt het wel serieus. Hij vertrok niet voor niets van Drachten naar Appelscha omdat dat 13 meter boven de zeespiegel ligt. En dan komt er nog een paragnost aan het woord die zijn grootmoeder citeert: "Let op jongen, vanaf begin 2000 krijgt de wereld de rekening gepresenteerd van al het ingrijpen op de planeet."

Dan valt mijn oog op een tekst onderaan de bladzijde. Die wil ik u niet onthouden. Nu kan ik weer rustig slapen, want we hebben vorig jaar een tweedehands opblaaskano gekocht. Dat kan toch geen toeval zijn?

Arke Noachs

Wat wil men ook in deze poel van zonde...
In dit moeras van hoererende overheidsdienaren, zakkenvullende politici, uitverkopers van de gezondheidszorg, graaiende grootgrutters, goddeloze hervormers, uitknijpers van bejaarden, horecadieven, wegpiraten en brutale kleuters!
Is het gek dat hier de toorn des hemels toeslaat? Waarachtig niet!
Reeds in het jaar 2000 wees een godvrezende werkgroep der Vrije Universiteit op het einde der tijden... Tropische regens, zware overstromingen, de zondvloed!
Het Pentagon is nu eveneens op de hoogte, blijkens zijn waarschuwing voor het onderlopen van Den Haag.
Wat te doen? De bijbel geeft het antwoord.
Driehonderd el zal de lengte der ark zijn, vijftig el haar breedte en dertig el haar hoogte, Haast u!. Er is maar een beperkt aantal kaartjes beschikbaar!
Op is op!

Herman Eetgerink

24 februari 2004

Vietnam (3)

Hoofddoel van onze reis naar Vietnam was het bezoeken van verschillende projecten van het Medisch Comité Nederland Vietnam (MCNV). Een groep van twintig donateurs had zich voor deze reis aangemeld. Opvallend was dat de meesten normaal gesproken nooit een groepsreis zouden maken. Sterker nog: de riebels kregen bij het idee alleen. Misschien was het daarom een aangenaam gezelschap met wie we drie weken reisden door heel Vietnam zonder dat er één wanklank viel.

Het MCNV ondersteunt o.a. projecten waar traditionele geneeswijzen worden toegepast. In het kader daarvan bezochten we een boeddhistische kruidentuin en apotheek annex massage-instituut. De kruidentuin was schitterend, met prachtige planten en bloemen. En vlinders met het formaat van kleine vogeltjes. Al het tuinwerk wordt door vrijwilligers gedaan en ik kreeg meteen zin me aan te melden, ware het niet dat Vietnam nogal ver van Den Haag ligt.

Daarna gingen we naar de apotheek. Onder het genot van een heerlijke kruidenthee, kregen we kregen een uiteenzetting over hun werkwijze. Een aantal van ons mocht bovendien een massagebehandeling ondergaan. Rob duwde mij direct naar voren, dat was echt iets voor mij, zei hij. Maar het pakte anders uit. Ten eerste stootte ik keihard mijn hoofd bij het beklimmen van de trap naar de behandelruimte. Vietnamezen zijn gemiddeld een kop kleiner en daar kom je op zo'n moment ondubbelzinnig achter. Enigszins duizelig liep ik verder naar een hokje met ligbank en gordijn. Een n het wit gekleed vrouwtje gebaarde dat ik mijn bovenkleding moest uittrekken en bril afzetten. Zelf deed ze rubber handschoenen aan. Daarna was ze wat in de weer met lucifers en ik hoorde gerinkel van serviesgoed of glaswerk. Wat er toen gebeurde maakte me niet vrolijk.)

Gloeiende glazen potjes werden overal op mijn rug gezet, van tevoren vacuüm getrokken door er heel kort een brandend fakkeltje onder te houden. Je huid wordt een paar centimeter in het potje getrokken. Goed voor de bloedsomloop en allerhande kwalen, volgens de apotheker. Het aanbrengen deed al pijn, maar het lostrekken - na een minuut of tien - was nog veel erger.

Die methode heet cupping, en is vast ergens heel goed voor, maar dat heb ik niet gemerkt. Protesteren vond ik kleinzerig en kinderachtig, dus hield ik mijn mond, maar dit was eens en nooit weer. Het was al met al een echte 'experience', die donkerblauwe en paarse ronde vlekken op rug, schouders en borst achterliet. Later zag ik hier en daar Vietnamese mannen die vanwege de hitte met ontbloot bovenlijf rondliepen en net zo toegetakeld waren.

Het 'normale' massagegedeelte verliep eveneens behoorlijk hardhandig. Op mijn gezicht werden na afloop bij de slapen kleine blauwe plekken zichtbaar. Nogal aangedaan kwam ik na een klein uur de trap afstrompelen en hoorde dat de enige mannelijke vrijgezel van onze groep al na vijf minuten een eind had gemaakt aan de gratis marteling. Bij het zien van de vriendelijk lachende tengere behandeldames had hij zich iets heel anders voorgesteld…
(wordt vervolgd)

Foto: Beren Patterson, die een mooie foto-website over Vietnam heeft.

23 februari 2004

Stoffig?!

Een tante waar ik graag kwam, omdat het bij haar altijd gezellig was, vertelde tot mijn verbazing: Een schoon huis is belangrijk, dat is de basis. Maar stof op een kast is niet erg, want stof valt overal, ook bij rijke mensen.

De logica ontgaat me nog steeds, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik niet graag en vaak afstof. Mede door het diepe inzicht dat je, als je iets schoonmaakt, ook telkens iets vuil maakt, behoor ik niet bepaald tot het poetserige type.
Toch stemde het volgende bericht me tot nadenken.
Mensen verliezen ongeveer 600.000 huidschilfers per uur, bij elkaar bijna een kilo per jaar. Tegen de tijd dat je zeventig bent heb je ongeveer 45 kilo huid verloren.
Tijdens het tikken van dit stukje (ongeveer vijftien minuten), verloor ik er dus 150.000. Daarom is het misschien een nogal stoffig bericht geworden. Excuses!

23 februari 2004

Keep smiling!

In theorie waren we het er over eens dat de vervelende klussen in huis eerlijk verdeeld moesten worden, en in de praktijk ging dat ook redelijk. Om de beurt boodschappen doen en koken, zo veel mogelijk samen het huis schoonmaken en een rooster voor naar school brengen en halen van de kinderen.
Toch viel niet alles helemaal naar wens te regelen.

We waren beiden eerder getrouwd geweest en alleen mijn dochter woonde echt bij ons. De kinderen van Rob kwamen behoorlijk vaak, maar woonden bij hun moeder. Daardoor ontstond er een ongeschreven wet dat ik 's avonds het meest thuisbleef om op te passen. Rob voelde zich vrijer om weg te gaan op de dagen dat zijn eigen kinderen er niet waren.

Dat gaf wel eens een jaloers gevoel. En dat uitte zich vooral in onenigheid over het moment waarop Rob 's avonds thuis zou komen als hij uitging. Of het zin had om op te blijven en op hem te wachten, vroeg ik dan. "Ja, gezellig als je opblijft. Het wordt echt niet laat. Die vergaderingen duren nooit lang. Uurtje of elf ben ik thuis. Zeker niet later, want ik moet morgen weer vrij vroeg beginnen."

En dan werd het elf uur, half twaalf, twaalf uur of nog later. Naar bed gaan had weinig zin meer. Daar was ik inmiddels te opgefokt voor. Kwaad zat ik te wachten. Een boek lezen lukte ook al niet, ik kon me niet concentreren. Allerlei gedachten spookten door mijn hoofd: gezellig opblijven, zei mijnheer. Niks gezelligs aan, hij is me straal vergeten. Zeker nog met een paar mensen naar het café gegaan. Waarom belt hij me niet even? Zo ga je toch niet met elkaar om, dacht ik. En ik werd hoe langer hoe sacherijniger.

Zo ging dat een flink aantal keren. De escapades werden steevast afgesloten met een fikse ruzie, beloftes om voortaan dit soort afspraken niet meer te maken, gewoon als een volwassen vent even op te bellen en meer van dat soort mooie praatjes. Totdat er opeens een eind aan kwam. Op een avond kwam Rob weer niet thuis. Ik was extra kwaad omdat hij ook nog mijn vrij nieuwe fiets had geleend. Waarschijnlijk zit hij in de kroeg om de hoek, dacht ik. Als dat zo is staat mijn fiets daar voor de deur. Gelukkig had ik een extra sleuteltje. Nu kon ik hem zijn lullige gedrag betaald zetten. Snel liep ik het huis uit en keek of mijn fiets er stond. En inderdaad: beet, daar stond hij. Vlug de fiets van het slot, en rechtsomkeer. Die zal even raar opkijken straks, dacht ik. Maar dan moet ik er wel voor zorgen dat hij hem niet op de normale plaats in de gang ziet staan.

Ik manoeuvreerde de fiets door de gang en de keuken de tuin in en zette hem tegen het schuurtje. Ging zelfs zo ver te controleren of je hem vanuit de keuken kon zien staan als het licht aan was. Dat was het geval, maar met een paar ouwe lappen eroverheen was dat snel verholpen. En nu maar wachten.

Het ging precies zoals ik me had voorgesteld. Rob kwam enigszins aangeschoten thuis en het was direct duidelijk dat hij zich extra vervelend voelde. "Duizend excuses. Ik had dat niet moeten doen, maar ik kwam A. tegen en raakte in gesprek. Helemaal de tijd vergeten, je weet hoe dat gaat. Ja, ik had beloofd om te bellen. Begrijp ook niet waarom ik dat niet gewoon even gedaan heb. Sorry. Schaam me dood. En dat is nog niet alles. Je fiets is gestolen. Ik begrijp er niets van. Hij stond echt op slot, kijk maar, hier heb ik het sleuteltje." Hij voelde zich super opgelaten. "Hoe bedoel je? Je wilt toch niet vertellen dat je ook nog mijn fiets bent kwijtgeraakt hè? Dat is helemaal the limit. En hij is niet verzekerd. Wat een ellende."

De schrik zat er goed in en ik liet mijn slachtoffer die nacht in de waan. Pas de volgende ochtend biechtte ik op wat ik gedaan had, en konden we er hartelijk om lachen. Op de een of andere manier was de boodschap toen pas overgekomen. Want het is sindsdien nooit meer gebeurd. Rob ging net zo vaak uit als voorheen, maar op mijn vraag naar het moment van thuiskomst gaf hij soms ook dit antwoord: "Ik weet echt niet hoe laat ik thuiskom. En… ik slaap vannacht op mijn eigen kamer." Mijn fiets wilde hij overigens nooit meer lenen.