Mijn vader is 92 geworden. De laatste jaren dementeerde hij. Slim wist hij vragen waar hij geen antwoord op wist te pareren met een kwinkslag. Als je naar zijn gezondheid informeerde zei hij steevast: "We leven nog." En op de vraag hoe oud hij was: "Twee keer de helft," gevolgd door een bulderende lach.
Zolang mijn moeder leefde leek het nog heel wat, maar na haar overlijden bleek pas hoe ver hij heen was. Op bezoek in het verzorgingshuis troffen we hem vaak eenzaam en verdrietig aan. Een keer zat hij, midden in de winter, vlak voor het open raam, gekleed in alleen een broek en dun overhemd. De verwarming uit, jammerend dat hij het zo koud had.
Een andere keer vond ik hem rond koffietijd in de recreatiezaal. Overal tafeltjes met pratende groepjes dames en heren. Mijn vader zat apart aan tafeltje. "Waarom gaat u niet gezellig bij de andere mensen zitten," vroeg ik. "Ze moeten me niet meer," was het antwoord. Daar wilde ik meer van weten. De bejaardenhelpster bevestigde het. "Uw vader schept steeds met het lepeltje waarmee hij al geroerd heeft suiker uit de suikerpot en dat wordt door de andere bewoners niet op prijs gesteld. Daarom is hij apart gezet."
Een andere pijnlijke gebeurtenis was, toen ik hem aantrof in zijn eigen kamer met het middagmaal voor zich. Hij bracht een hap naar zijn mond. Tot mijn schrik zag ik slierten doorzichtig huishoudfolie aan weerszijden van de lepel hangen. De arme man had niet gezien dat zijn maaltijd was afgedekt met dat spul.
Na dergelijke bezoeken vertrokken wij, zijn kinderen, met pijn in 't hart. We hadden al aangekaart dat hij hier niet meer op zijn plaats was, maar de directie en het personeel waren het er niet mee eens. "Uw vader is zo gemakkelijk. Hij belt nooit, we hebben er geen omkijken naar." We begrepen maar al te goed hoe dat kwam. Dat er een bel was kon hij niet onthouden en waar die voor diende al evenmin.
Uiteindelijk vonden we een plek waar meer zorg geboden kon worden, maar het hoefde al niet meer. Na een ongelukkige val werd hij voor een heupoperatie opgenomen in het ziekenhuis. Die opname overleefde hij niet.
|