Hanneke
van Veen

Even voorstellen...

Meer weten over sparen?

Op basis van dit weblog verscheen een boek:
Het kan alleen maar beter worden & andere opbeurende verhalen
Via deze website te bestellen, zonder verzendkosten.
KLIK HIER

Archief 2005, week 40

9 oktober 2005

Rupsen vangen

Na schooltijd ging ik soms met een vriendinnetje mee naar huis om te spelen of huiswerk te maken. Sommige vaders werkten bij de marine, hadden een goed lopend bedrijf of baan waar ze flink verdienden. De huizen waar ik kwam waren stukken mooier en gezelliger dan dat van mijn ouders. De elegant geklede moeders schonken kopjes thee, serveerden koekjes of chocolaatjes en informeerden belangstellend hoe het op school was gegaan. Om jaloers op te worden. Maar één vriendinnetje had net als ik een werkende moeder.

Mijn moeder was schooljuffrouw, die van mijn vriendinnetje naaister. Overal in hun huiskamer lagen lappen, halfafgemaakte kledingstukken met spelden of witte rijgdraden er nog aan en op de tafel stond een grote naaimachine. Als er iemand kleding moest passen werden we onverbiddelijk de straat op gestuurd of naar de tuin verbannen. Soms om een boodschap, een andere keer om een karweitje te doen.

Voor het boodschappen en klusjes doen ontvingen we een dubbeltje of meer om iets lekkers van te kopen. Op een dag kregen we beiden een lege jampot in onze handen geduwd en de opdracht luidde hem te vullen met rupsen. Er was een kleine rupsenplaag in de fruitbomen achter het huis. Voor ieder vol potje rupsen zouden we een kwartje krijgen. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen en snel klommen we in een boom. Toch moest ik even slikken toen ik die zachte harige beesten zag krioelen. Jakkes, wat vies om die zo met je blote handen te moeten pakken. Als je te hard kneep gingen ze misschien wel stuk, bah.

Mijn vriendinnetje zat er niet mee, die was al eerder ingezet als milieuvriendelijke ongedierte bestrijdster. Zij plukte de ene na de andere rups uit de boom. Kleintjes laten zitten hoor, instrueerde ze mij. Alleen die grote dikke pakken. Dan zit het potje sneller vol. Griezelend overwon ik mijn tegenzin en ook mijn potje begon voller te worden. Dat we die kleintjes lieten zitten vond ik overigens een goed idee. Zo bleven we de komende dagen verzekerd van inkomsten. Of waren die kleine rupsjes jonkies van die grote? Kwamen er straks geen kleintjes meer bij als we die grote

allemaal weggevangen hadden? Bezorgd legde ik dit dilemma voor. Mijn vriendinnetje rolde bijna uit de boom van het lachen en hielp me uit de droom. Nee joh, gekkie, rupsen komen uit eitjes die door vlinders zijn gelegd. Die vlinders zijn de ouders. De mannetjes doen het met de vrouwtjes. Je weet wel wat ik bedoel. Ze keek me veelbetekenend aan. Wat stom van mij, even niet aan gedacht; natuurlijk had ik gehoord van vlinders, rupsen en cocons waar dan weer vlinders uitkwamen.

Het werd nu heel gezellig in de boom; na de uitweiding over de vlinders ging ze wat zachter praten en vroeg of ik misschien die mop kende van die spin. Nee, nooit van gehoord,  antwoordde ik naar waarheid. Zachtjes pratend en om zich heen kijkend of er niemand in aantocht was begon ze: Luister goed! Rond de k.. van Kaatje liep een dikke spin, driemaal om het gaatje en toen er midden in. Proestend keken we elkaar aan. Dat was een goeie zeg. Die moest ik onthouden. Oplettend keek ik om me heen of er in de boom tussen de rupsen niet ergens een dikke spin te bekennen was, maar dat viel gelukkig mee.

En zo gingen we nog een poosje door. Zij een mop en ik een mop. Het sfeertje werd steeds vertrouwelijker. Nu was mijn vriendin weer aan de beurt. Kan je een geheim bewaren, vroeg ze. Mijn moeder mag er echt niets van afweten hoor. Dat bevestigde ik. Ze vervolgde: Wij hebben in huis een paar kostgangers met elk een eigen kamer en ze eten altijd met ons mee aan tafel. En die ene vraagt wel eens of ik een pakje sigaretten voor hem wil kopen. Daar krijg ik geld voor. Dan roept hij me op zijn kamer. En op een keer vroeg hij of ik misschien wat meer wilde verdienen. En weet je wat ik moest doen? Nu buigt ze zich nog meer naar voren en fluistert in mijn oor: Hij wilde dat ik met mijn hand in zijn broek voelde.
Gatsie, dat heb je toch niet gedaan, vroeg ik. Nee, natuurlijk niet. Maar het was wel jammer, want hij wilde er wel een hele gulden voor betalen: net zoveel als vier potjes rupsen vangen.